Violiste Ana Márquez: “Met de viool kun je alle emoties uiten”

Heb je al een van de concertshows van The CineMusic Experience bezocht, dan heb je haar vast niet gemist: Ana Márquez is een van de vaste gezichten uit het orkest. Met haar stralende glimlach en fantastische spel maakt ze keer op keer indruk. Tijd om haar iets beter te leren kennen.

Wat is jouw rol in het CineMusic-orkest?

“Ik ben een van de violisten en ik ondersteun onze concertmeester Hester van der Vlugt met mijn enthousiasme en mijn vioolspel.”

Soms vervang je Hester en krijg jij de rol van concertmeester. Hoe vind je dat?

“Als ik Hester mag vervangen, moet ik leiderschap tonen, dan heb ik de leiding over de strijkerssectie. Tijdens de repetities help ik dan de dirigent. En ik mag dan de solo spelen. Ik vind die extra verantwoordelijkheid heel leuk en ik leer er veel van. Ik ben twee jaar geleden afgestudeerd en doe nu een masteropleiding op het conservatorium in Den Haag. Dit is een mooie manier om meer ervaring op te doen.”

Hoe oud was je toen je op vioolles ging?

“Ik was een jaar of zeven. Ik speelde al piano, maar het leek mijn moeder een goed idee om met vioolles te beginnen. In het begin was de viool eigenlijk te moeilijk voor mij. Gelukkig had ik een ontzettend lieve docent, dus ik ging graag naar de lessen toe. Ik ben blijven spelen, tot ik zeventien jaar was. Toen kreeg ik een peesontsteking in mijn arm, waardoor ik twee jaar niet kon spelen. Dat was een heel moeilijke tijd voor me. De viool was zo belangrijk voor me geworden.”

Wat vind je bijzonder aan de viool?

“Met de viool kun je zo’n breed scala aan emoties uiten. Je kunt er niet alleen Mozart of Beethoven mee spelen, maar ook bijvoorbeeld flamenco. En dat vind ik heel leuk.”

Wilde je hier altijd al je werk van maken?

“Ja, dit was mijn droom. Ik ben een sociaal mens, dus ik geniet het meest wanneer ik werk in een orkest of wanneer ik kamermuziek speel met anderen. Met elkaar muziek maken, daar word ik blij van.”

Hoe ben je in Nederland terecht gekomen?

“Ik vond het onderwijs in Spanje niet zo leuk en ik wilde graag meer van de wereld zien. Ik vond Nederland altijd al mooi, omdat de mensen hier zo open staan voor andere culturen. In Utrecht kon ik studeren bij Liz Perry. Zij is de voormalig concertmeester van het Radio Philharmonisch orkest. Liz is echt fantastisch. Inmiddels woon ik al zes jaar in Nederland en doe ik in Den Haag het masterprogramma Performance aan het Koninklijk Conservatorium. Ik krijg les van Arisa Fujita, een geweldige, Japanse violist.”

Je houdt vanzelfsprekend van klassieke muziek. Waar luister je naar in je vrije tijd?

“Ik heb een brede muzieksmaak. Ik luister veel naar filmmuziek en klassieke muziek. Maar ook naar flamenco-muziek; dat vind ik heel mooi. En jazz, dat speel ook een beetje met de viool. En popmuziek…”

 Hoe ben je in het CineMusic-orkest terecht gekomen?

“Ik werd gebeld door een collega van mij die altviool speelt in het orkest. Ik ken hem van de studie in Utrecht. Hij speelde al in het CineMusic-orkest en liet me weten dat er meer musici werden gezocht. Ik heb meteen gesolliciteerd.”

Wat vind je hier zo leuk aan?

“Ik vind alles leuk aan dit orkest. Met mijn collega’s deel ik dezelfde liefde voor muziek. We hebben plezier op het podium, waardoor er een levendige energie ontstaat die volgens mij ook merkbaar is bij het publiek. Ik heb inmiddels heel veel vrienden in het orkest. Iedereen is bovendien heel professioneel. En dan heb je natuurlijk de show zelf; de muziek en de filmscènes, die combinatie is echt geweldig. Mijn favoriete moment uit de show is wanneer Hester de solo van Schindler’s List speelt. Zij is een fantastische violiste. Als zij dat stuk speelt, neemt ze je mee in het gevoel van de film. Aan het einde is er een moment dat iedereen muisstil is. Daarna gaat het publiek pas klappen. Het is zo mooi!

Als Hester er niet is en ik de solo mag spelen, is het anders. Dan ben ik wel nerveus. Je staat op, want je moet met je hart spelen. Er staat geen bladmuziek voor je neus… Tegelijkertijd weet ik ook dat ik een heel team achter me heb staan, en voor me staan de mensen van het licht en de techniek. Dus ik word aan alle kanten gesteund. Dat is een heel bijzonder gevoel.”

Je speelt ook in andere, zelfs Spaanse ensembles. Hoe combineer je dat?

“Ik kom nog twee tot drie keer per jaar in Spanje in de kerstvakantie, en tijdens de zomer. Veel te weinig! Daar speel ik nog bij de Philharmonie de Granada en vaak doe ik in de periode dat daar ben nog mee aan een aantal andere projecten.”

Als alles mogelijk was, wat zou je dan nog met het CineMusic-orkest willen bereiken?

“Alle mensen binnen The CineMusic Experience werken heel hard, om steeds weer te verbeteren, elk jaar, elk project, elk concert. Dat is belangrijk. Ik zou het repertoire wel willen uitbreiden met nog meer componisten. In de film Cinema Paradiso zit bijvoorbeeld heel mooie muziek. En ik zou wat meer animatie willen toevoegen voor het jongere publiek. Als het nog groter mag, wil ik met The CineMusic Experience naar andere landen gaan. In het orkest spelen veel internationale musici uit Spanje, Italië en Portugal. Dan kan iedereen in zijn thuisland laten zien hoe mooi het is.”