Arrangeur Ton van Grevenbroek: “Er gaan honderdduizend noten onder m’n handen door”

Hoewel Ton jarenlang werkte als trompettist, zul je hem niet zien op het podium van The CineMusic Experience. Achter de schermen is hij echter een van de drijvende krachten van ons orkest. Ton is een van de arrangeurs met wie we werken en dat betekent dat hij de bladmuziek schrijft voor onze musici.

Hoe ben je begonnen met arrangeren?

“Ik ben van oorsprong professioneel trompettist. Op mijn tiende begon ik met spelen. Al snel wilde ik uitvogelen hoe de muziek die ik mooi vond, in elkaar zat. Ik wilde het zelf kunnen spelen. Dus dan pakte ik bijvoorbeeld een plaat van James Last, ging ik met de koptelefoon op zitten en probeerde ik melodieën van de plaat af te schrijven. Later, toen ik al bij de Koninklijke Militaire Kapel werkte, heb ik regelmatig ook voor hen arrangementen geschreven.”

Heb je een muzikale opleiding gevolgd?

“Ja, ik heb hoofdvak trompet gestudeerd aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. En daarna heb ik Harmonie-Fanfare Directie aan het Conservatorium van Rotterdam gedaan. Het was voor mij eigenlijk al heel snel duidelijk dat ik van muziek mijn vak wilde maken.”

Hoe ben je met CineMusic in aanraking gekomen?

“Via de dirigent Henk Ummels. Hij werkt naast CineMusic bij uitgeverij Molenaar, een uitgever die bladmuziek publiceert. Zij geven al een tijd de muziek uit die ik arrangeer. Ik had al aardig wat filmmuziek voor harmonieorkesten gemaakt, dus Henk vroeg of het me leuk leek dat ook voor het CineMusic-orkest te doen. Ik dacht: gewoon doen. En ik moet zeggen, ik vind het waanzinnig.” 

Wat maakt het arrangeren voor CineMusic zo bijzonder voor je?

“Gewoon die bezetting van het orkest en hoe ze de muziek spelen. Het klinkt misschien een beetje raar om te zeggen, maar als je weet wat er kan met die stukken en je hoort het deze musici spelen… dan kan ik daar nog wel emotioneel van worden.”

Kun je uitleggen hoe je te werk gaat bij het maken van een arrangement?

“In principe zijn van een aantal stukken de partituren online wel te vinden, maar niet specifiek in de bezetting van het CineMusic-orkest of welk orkest dan ook. Sinds de komst van de computer heb je programma’s waar je een audiobestandje in laadt. Ik zit dan met een koptelefoon op duizend keer te luisteren naar zo’n muziekstuk. Met een keyboardje erbij probeer ik dan uit te vissen wat er allemaal wordt gespeeld. Voor elk instrument apart. En als er een stuk voorbijkomt dat origineel alleen voor piano is geschreven, bewerk ik het zo dat het hele orkest het kan spelen. Dan moet ik mijn fantasie laten gaan om daar iets leuks van te maken.”

Voor The Special die in mei wordt gespeeld is je gevraagd nieuwe koorpartijen en arrangementen te schrijven. Hoeveel tijd gaat daarin zitten?

“Gigantisch veel. Die opdracht kreeg ik half november en sindsdien heb ik daar zo’n beetje een volle dagtaak aan. Er wordt vaak gedacht ‘oh, maak even een nieuw stukje’, maar er gaan honderdduizend noten onder m’n handen door.

Je hebt ook de tune voor CineMusic gecomponeerd. Hoe is die tot stand gekomen?

“De tune voor CineMusic moest een beetje in de trant zijn van de tune van 20th Century Fox. Dat is een heel kort dingetje. Maar The CineMusic Experience wilde een stuk muziek dat langer was en dat eventueel in te korten was voor bepaalde uitvoeringen. Ik heb me laten inspireren door John Williams en door de structuur van de muziek van Star Wars, maar dat hoor je alleen als je weet waarnaar je moet luisteren. Vaak start zo’n compositie als ik sta af te wassen. Ik neurie wat en ineens is er een begin. Zo ontstaan de leukste dingen.” 

Zou je niet meer eigen composities willen schrijven?

“Dat heb ik wel gedaan. Maar ik denk altijd, er is zo ontzettend veel prachtige muziek die nog niet voor een harmonie of fanfareorkest is geschreven. Waarom zou ik mezelf moeten bewijzen?”

Wat staat er op jouw wensenlijst voor CineMusic?

“Van alles! Bijvoorbeeld de muziek uit Home Alone. Dat hebben ze er nog niet op het repertoire staan. In Intouchables zitten stukjes alleen voor piano, als je daar dan muziek voor een heel orkest van maakt, hoor je iets nieuws in een oud jasje. Independence Day zou ook leuk zijn of Beetlejuice, dat is een hele oude film maar er zit heel leuke muziek in. Er is zo veel leuke muziek. Cutthroat Island is er ook zo een – een hele matige film, maar er zit waanzinnige filmmuziek in.”

Kun je in je vrije tijd nog van muziek genieten?

“Zeker! Ik luister heel veel muziek. Toen ik nog bij Defensie zat, kwam er eigenlijk niet van om eens naar een concert te gaan. Nu ik gepensioneerd ben, ga ik zo’n tien keer per jaar naar mooie programma’s, vaak naar de Radio Filharmonisch in Tivoli Vredenburg. Een prachtig orkest en vaak hele blitse programma’s.”